Leveren duurzame fondsen minder rendement op?

Wat verandert er in 2024 op het gebied van belasting?

De Eerste Kamer ging akkoord met het belastingplan 2024. Dat was eind december vorig jaar, nu het jaar 2024 begonnen is maken we de balans op met de laatste stand van zaken. 

Valt er in zijn algemeenheid iets te zeggen over waar al die wijzigingen onderaan de streep op neerkomen? Jawel. Het verschilt natuurlijk per huishouden, maar volgens de berekeningen gaan inkomens er dit jaar met gemiddeld 1,8% op vooruit. Tweeverdieners met kinderen gaan er het meeste op vooruit.

In dit artikel

Voordat we de plannen in duiken

Hoe zit het ook alweer met de boxen en inkomstenbelasting? De Belastingdienst onderscheidt drie soorten inkomens voor de inkomstenbelasting:

Box 1: inkomen uit werk en woning
Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang
Box 3: inkomen uit sparen en beleggen (vermogensbelasting)

Niet iedereen heeft met al deze boxen te maken. Box 2 telt alleen als u een belang van meer dan 5% heeft in een onderneming. Box 3 speelt alleen een rol als u meer vermogen heeft dan € 57.000.

Plan 1: Aanpassingen box 1

In 2023 begon de belastingschijf voor de hoogste inkomens bij € 73.032. Dat betekent dat u over het inkomen onder deze grens 36,93% belasting betaalde, en over het gedeelte erboven het hoogste tarief van 49,5%.

Corrigeert het kabinet deze inkomensgrens met het inflatiepercentage van 9,9%? Dan zou de grens in 2024 boven de € 80.000 uitkomen. Maar de drempel verhoogt men met slechts 3,4% naar € 75.518. Waardoor de hogere inkomens ook na deze (gedeeltelijke) indexatie meer belasting betalen. Dat levert naar schatting € 1,6 miljard aan extra inkomsten voor de schatkist op.

Ook het belastingtarief van de eerste schijf stijgt van 36,93% naar 36,97%. Dat betekent dat als u dit jaar precies € 75.518 verdient (de nieuwe inkomensgrens), u met het nieuwe tarief € 30 meer belasting betaalt. Lees verder over Box 1.

2023 2024
Schijf 1 Tot € 73.032 betaal je 36,93% Tot € 75.518 betaal je 36,97%
Schijf 2 Vanaf € 73.032 betaal je 49,50% vanaf € 75.518 betaal je 49,50%

Plan 2: Een extra schijf in box 2

In box 2 worden de inkomsten uit aanmerkelijk belang belast. Dit is vaak een bv, maar kan ook een andere rechtsvorm zijn – of zelfs een buitenlandse vennootschap. Een aanmerkelijk belang heeft u als u meer dan 5% eigenaar bent van een bedrijf. De inkomsten hieruit, zoals de uitgekeerde winst of verkoop van aandelen, werden in 2023 tegen het vaste tarief van 26,9% belast.

In 2024 is een staffel geïntroduceerd die ondernemers moet stimuleren om sneller dividend uit te keren naar hun privé rekening in box 3. Het belastingtarief op kleinere bedragen is namelijk verlaagd. Grotere bedragen uitgekeerd door een aanmerkelijk belang worden juist belast tegen een veel hoger percentage. Dit zou het oppotten van winst in bv’s moeten tegengaan, omdat ondernemers er nu voordeel bij hebben om jaarlijks een bedrag uit te keren tegen het lage tarief. Lees verder over de veranderingen in box 2.

2023 2024
Schijf 1 tot € 67.000 26,9% 24,5%
Schijf 2 boven de € 67.000 26,9% 33,0%

Plan 3: Box 3 – Uitstel nieuwe vermogensbelastingstelsel van 2026 naar 2027

Op dit moment wordt de vermogensbelasting (officieel vermogensrendementsheffing) geheven over een fictief rendement. De overheid doet alsof u altijd rendement maakt op vermogen, en belast dit rendement. Boven de drempel van € 57.000 wordt spaargeld lager belast dan beleggingen en onroerend goed. En dat pakt niet altijd helemaal eerlijk uit. Want zelfs als uw belegging minder waard is geworden, betaalt u nog steeds vermogensbelasting.
Het kabinet was van plan om het rendement op het vermogen vanaf 2026 te belasten op basis van het werkelijk behaalde rendement. Maar dit heeft zoveel voeten in aarde dat het pas een jaar later kan worden ingevoerd. Lees verder over de veranderingen in box 3.

Plan 4: Box 3 – Verhoging van vermogensbelasting

De vermogensbelasting is scherp gestegen in 2024. In plaats van 32% belasting over het (nu nog fictieve) rendement, stijgt het belastingtarief naar 36%. Het fictieve rendement op aandelen wordt naar verwachting vastgesteld op 6,04%. Dat betekent dat u over uw beleggingen boven de drempelwaarde 2,17% belasting betaalt (36% van 6,04%).

De drempelwaarde waarboven u vermogensbelasting moet betalen blijft gelijk, € 57.000 per persoon (oftewel € 114.000 voor fiscale partners). Onder dit bedrag betaalt u geen vermogensbelasting. Dat betekent dat er dus géén inflatiecorrectie wordt toegepast op deze drempel. En ook dat levert weer extra belastinginkomsten op voor de overheid.

Plan 5: Arbeidskorting verder verhoogd

De arbeidskorting is in 2024 weer verhoogd. Door deze inkomensafhankelijke korting betalen mensen die werken minder belasting. Het is een soort steuntje in de rug om hun koopkracht te versterken. Voor werkenden in loondienst met een inkomen tot € 39.898 wordt de arbeidskorting € 115 hoger. Voor zzp’ers wordt de arbeidskorting nog steeds berekend op basis van de winst voor ondernemersaftrek en mkb-winstvrijstelling.

Plan 6: Zelfstandigenaftrek verder afgebouwd in 2024

De zelfstandigenaftrek is een bedrag dat ondernemers op hun inkomen in mindering mogen brengen waardoor ze minder belasting betalen. De overheid wil de fiscale verschillen tussen werknemers en zelfstandigen verkleinen en verlaagt de zelfstandigenaftrek in stappen. In 2023 was de aftrek € 5.030 en in 2024 is dit € 3.750, tot er in 2027 slechts € 900 overblijft.

Plan 7: De mkb-winstvrijstelling is verlaagd

Het mkb heeft een winstvrijstelling, waardoor het niet over de hele winst belasting betaalt. In 2023 was de vrijgestelde winst 14% en dit is in 2024 verlaagd naar 13,31%. Vooral zelfstandig ondernemers met een hoger inkomen gaan hierdoor meer belasting betalen.

Inclusief de verlaagde zelfstandigenaftrek ziet dat er zo uit voor een ondernemer die een winst boekt van € 50.000:

2023 2024
Winst € 50.000 € 50.000
Zelfstandigenaftrek € 5.030 € 3.750
Winst minus zelfstandigenaftrek € 44.970 € 46.250
Mkb-winstvrijstelling € 6.296 (14%) € 6.156 (13,31%)
Bedrag waarover belasting wordt betaald € 38.674 € 40.094

Plan 8: Reiskostenvergoeding stijgt

Werkgevers mogen tot een bepaalde grens een (onbelaste) reiskostenvergoeding uitkeren. In 2023 is deze maximale reiskostenvergoeding 21 cent per kilometer. Vanaf dit jaar is het 23 cent per kilometer. Hiermee komt het kabinet tegemoet aan de gestegen brandstofprijzen.

Plan 9: Jubelton afgeschaft

Met de jubelton konden ouders aan hun kinderen een belastingvrije schenking doen, om ze te steunen bij het kopen van een eigen huis. Het maximale bedrag is in 2023 al verlaagd naar € 28.947 en dit jaar verdwijnt de regeling helemaal. Zie verder over schenken.

Plan 10: Stijgende accijns

Om de bestaanszekerheid te waarborgen zijn diverse toeslagen verhoogd. Om dat te betalen, verhoogt de overheid de belastingen op alcohol en tabak. Aanvankelijk zou ook de accijns op brandstoffen worden verhoogd. De prijs van benzine zou daardoor met 21 cent per liter stijgen. Maar dit is voor minimaal een jaar uitgesteld.

De verhoging van de accijns op alcohol gaat wel door, maar minder dan gepland. Dat betekent dat de prijs van een krat bier ongeveer € 0,25 hoger is. De accijns op tabak stijgt juist meer dan aangekondigd: de prijs van een pakje sigaretten zal van zo’n € 9 naar ongeveer € 11 gaan. 

De risico’s van beleggen

Risicoloos beleggen bestaat natuurlijk niet en u kunt een deel van uw inleg verliezen. Lees meer over de risico’s en hoe u die kunt beperken.
Scroll naar boven