We gaan het hier als pensioenbank niet hebben over de “asielcrisis”, het stikstofprobleem, de nieuwe bezuinigingen in de cultuursector, het onderwijs, de wetenschap en het openbaar vervoer. Wij hebben het over de centen. Uw centen. Laten we dus maar eens kijken of u er wellicht een procentje aan koopkracht op vooruit gaat.
Op het gebied van pensioenen is er niets aangekondigd, dus daar kunnen we kort over zijn. De regeringspartijen PVV, VVD, BBB en NSC hebben dit thema uitgeroepen tot een ‘vrije kwestie’, wat waarschijnlijk betekent dat elke partij mag vinden wat het wil, en dat we – tegen de tijd dat Den Haag het erover gaat hebben – in de Tweede Kamer wel merken waar dat op neerkomt.
Koopkracht een beetje in de plus
In zijn voorwoord bij de miljoenennota schrijft minister Eelco Heinen (Financiën) dat het kabinet de economie wil versterken door werken lonender en aantrekkelijker te maken. Dat geldt vooral voor de lagere middeninkomens (tot bijna € 50.000 bruto). Zij gaan er met 1,1% het meeste op vooruit. Gemiddeld gaat de Nederlander er in 2025 met 0,7% jaar op vooruit. In 2024 is/was dat nog 2,8%, trouwens. De hoogste inkomens (minimaal drie keer modaal) mogen uitgaan van een plus van 0,5% en uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden kunnen rekenen op gemiddeld 0,9% en 0,6% erbij.
Voor mensen in de laagste inkomensgroep, die op basis van het hoofdlijnenakkoord uit de kabinetsformatie op een plus van 1,4% dachten te kunnen rekenen, blijft een groei van 0,5% over. Het kabinet, zo bleek op Prinsjesdag, ziet namelijk toch af van een aantal voorgenomen inkomensmaatregelen. De verhoging van de huurtoeslag gaat bijvoorbeeld voorlopig niet door.
Extra belastingschijf
De opvallendste innovatie is de introductie van een nieuwe, derde belastingschijf in de inkomstenbelasting. Die zorgt ervoor dat werknemers minder belasting gaan betalen over de eerste € 38.441 van hun inkomen: geen 36,97%, zoals nu geldt voor het inkomen tot € 75.518 (de huidige eerste schijf), maar 35,82%. Dat scheelt € 443.
Verder wordt het kindgebonden budget verhoogd, waardoor gezinnen er per kind € 75 bij krijgen. Ook wordt de overdrachtsbelasting voor iedereen die een tweede huis koopt van 10,4% naar 8% verlaagd. Het idee is dat het zo voor beleggers aantrekkelijker wordt om te investeren in huurwoningen.
Oplopend begrotingstekort
Om deze plusjes te financieren, verlaagt het kabinet de algemene heffingskorting op de inkomstenbelasting met € 335. Dat is vooral ongunstig voor lagere inkomens. Ook gaat de zorgpremie naar verwachting met zo’n € 8 per maand omhoog. Over al deze onderwerpen is trouwens nog volop discussie in de Tweede Kamer, en de uiteindelijke percentages en bedragen kunnen in de praktijk nog iets anders worden.
Een sluitende begroting levert het allemaal in ieder geval niet op. Het begrotingstekort loopt volgend jaar op naar 2,8% van het bbp, dicht bij het Europees afgesproken maximum van 3%. In 2026 wordt dat zelfs 3,7%, als het aan dit kabinet ligt.
Of dit allemaal goed nieuws is, mag u natuurlijk zelf bepalen. Maar los van de politieke richting die Nederland is gaan varen, kunnen we vaststellen dat er op de korte termijn extra bestedingsruimte aankomt. Mocht u deze voor uw vaste lasten (of de btw-verhoging op cultuur, boeken, kranten en sport) niet nodig hebben, dan is het wellicht slim om het extra geld apart te zetten voor later bij een niet nader te noemen bank. Want zelfs een relatief kleine inleg van € 50 per maand kan over een periode van 30 jaar al oplopen tot een mooi bedrag van ca. € 30.000 aan het einde van de rit.