De belastingvoordelen van een pensioenrekening: teruggave van inkomstenbelasting

De belastingvoordelen van een pensioenrekening: teruggave van inkomstenbelasting

Over de belastingvoordelen van een pensioenrekening hebben we al veel geschreven. Maar zelf bepalen of een pensioenrekening voor u interessant kan zijn, is nog knap lastig. Daarom duiken we nog iets dieper in op de belastingvoordelen van de pensioenrekening: de vrijstelling van vermogensbelasting en, in dit blog, de belastingteruggave over uw inleg op een pensioenrekening.

De werking van de belastingteruggave

Voor elke storting die u op uw pensioenrekening doet, krijgt u de op uw inkomen ingehouden belasting terug. Bij uw aangifte inkomstenbelasting wordt het belastbaar inkomen namelijk verlaagd met de inleg op uw pensioenrekening. Dat betekent dat u over een lager inkomen inkomstenbelasting betaalt.

In 2025 zijn de volgende belastingtarieven van toepassing:

      • 35,82% over uw inkomen tot € 38.442
      • 37,48% over uw inkomen vanaf € 38.442 tot € 76.818
      • 49,50% over uw inkomen vanaf € 76.818

Heeft u een inkomen van € 80.000 en legt u € 5.000 in op uw pensioenrekening? Dan betaalt u nog maar inkomstenbelasting over € 75.000. In dat geval wordt de inkomstenbelasting berekend op basis van de eerste twee belastingschijven en heeft u geen inkomen meer in het hoogste tarief. De belasting die u nu niet hoeft te betalen zat voor een groot deel in het hoogste tarief.

Belasting betalen over de pensioenuitkering

Uiteindelijk gaat u uw pensioenrekening omzetten in een pensioenuitkering. Vanaf dan gaat u wél inkomstenbelasting betalen over het geld. Maar voor iemand die de AOW-datum voorbij is, liggen de belastingtarieven wel iets anders dan daarvoor. In 2025:

      • 17,92% over uw inkomen tot € 38.442
      • 37,48% over uw inkomen vanaf € 38.442 tot € 76.818
      • 49,50% over uw inkomen vanaf € 76.818

Voor iemand die met pensioen gaat, is er meestal geen arbeidsinkomen meer. Wel is er AOW, voor een gehuwde in 2025 een bedrag van € 13.856 bruto per jaar. Veel mensen hebben ook een pensioen dat ze tijdens hun werkende leven hebben opgebouwd bij hun verschillende werkgevers. Op Mijnpensioenoverzicht.nl ziet u hoeveel bruto werkgeverspensioen u kunt verwachten.

De uitkering van uw eigen pensioenpotje komt hier bovenop. Als u daarmee in een van de lagere tarieven valt, kan de belasting die u over de uitkering betaalt flink lager zijn dan de belastingteruggave die u eerder heeft gehad. Dat kan een voordeel van wel 12 tot ruim 31% betekenen!

Over al uw pensioeninkomen betaalt u ook nog de bijdrage voor de Zorgverzekeringswet: in 2025 is die 5,26% tot een inkomen van € 75.864. Neem dat dus ook mee als u de belastingteruggave van nu vergelijkt met de belasting die u later betaalt over uw pensioenuitkering.

Impact op heffingskortingen

Dan schakelen we nu nog even over naar een ander aspect van de inkomstenbelasting, namelijk de heffingskortingen. Dit zijn kortingen op uw belasting. Hoe groot uw kortingen zijn, hangt af van de hoogte van uw inkomen. Voor sommige kortingen is uw pensioenrekening relevant. Dat is het geval bij de algemene heffingskorting en, als u de AOW-datum heeft bereikt, de ouderenkorting.

De algemene heffingskorting wordt in 2025 zo berekend:

      • Vóór AOW: € 3.068 – 6,337% van het (verzamelinkomen – € 28.406)
      • Na AOW: € 1.536 – 3,170% van het (verzamelinkomen – € 28.406)

Een hoger verzamelinkomen zorgt dus voor een kleinere heffingskorting. En vóór de AOW brengt u uw verzamelinkomen omlaag met elke storting op uw pensioenrekening, die immers niet meetelt voor het verzamelinkomen. En de waarde op uw pensioenrekening ook niet meetelt voor de berekening van het (fictieve) rendement op uw vermogen, dat ook deel uitmaakt van het verzamelinkomen. Daardoor zou u dus tot uw AOW meer heffingskorting kunnen krijgen.

Na uw AOW-datum telt het deel van het vermogen op uw pensioenrekening dat nog niet is uitgekeerd nog steeds niet mee voor uw verzamelinkomen. En behoudt u dus dit voordeel. De periodieke uitkering van uw pensioen zorgt wél voor een hoger verzamelinkomen. Maar tegen deze tijd telt dat minder hard mee bij het verlagen van de korting (die sowieso al lager is dan vóór de AOW-datum).

Voor de ouderenkorting is het verhaal vergelijkbaar, behalve dat u deze natuurlijk pas krijgt na uw AOW-datum. De ouderenkorting is in 2025 een vast bedrag van € 2.035 als uw verzamelinkomen onder € 45.307 ligt. Boven € 45.307 zorgt elke euro meer verzamelinkomen voor 15 cent minder ouderenkorting.

Lastig, lastig…

Dat is het zeker. Na het lezen van deze en onze vorige blog over de belastingvoordelen van een pensioenrekening, kunt u hopelijk beter inschatten wat de belastingvoordelen in uw geval zijn. Wellicht zit u net in een situatie waar het voordeel van het nu niet hoeven betalen van vermogensbelasting toch niet zo groot is, of verwacht u juist hogere inkomstenbelasting ná uw pensioen. Gelukkig kunt u óók altijd vermogen opbouwen met een gewone spaar- of beleggingsrekening. Vergeet dan niet de rekensom opnieuw te bekijken als uw situatie verandert.

De risico’s van beleggen

Risicoloos beleggen bestaat natuurlijk niet en u kunt een deel van uw inleg verliezen. Lees meer over de risico’s en hoe u die kunt beperken.

Scroll naar boven
Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
Naam
Gelden voor u een of meer van deze dieetbeperkingen
Selecteer alles wat van toepassing is.