De percentages kunt u niet zomaar optellen naar 1,14%. Dat komt doordat ze niet dezelfde gemeenschappelijke deler hebben. De verschillende kostenposten hebben namelijk betrekking op verschillende onderdelen:

• • • De stortingskosten van 0,50% zijn: € 50 / uw stortingen (in dit geval € 10.000)
    • De fondskosten van 0,20% zijn: € 37 / de waarde van de rekening gedurende het jaar.
    • De servicekosten van 0,44% zijn: € 80 / de waarde van de rekening gedurende het jaar.

De waarde op de rekening schommelt. Op een dag dat de waarde op de rekening hoger is, is 0,44% in euro’s meer dan op een dag dat de waarde lager is. Fonds- en servicekosten worden daarom niet één keer als vast percentage van een vaste waarde berekend, zoals dat bij stortingskosten wel gebeurt. De drie soorten kosten hebben geen gezamenlijke “gedeeld door…”. En zonder gemeenschappelijke deler kunt u de percentages niet betekenisvol optellen.

Wat doen we dan wel voor het totale kosten percentage?

Eerst berekenen we alle kosten afzonderlijk en tellen we ze in euro’s bij elkaar op. Als we de cijfers hierboven gebruiken komen we uit op € 167. Daarna delen we die totale kosten door één gezamenlijke basis: de beginwaarde + de inleg – onttrekking, oftewel € 167 / (€ 5.000 + € 10.000) = 1,11%. De optelsom van de percentages aan kosten 0,50% + 0,20% + 0,44% = 1,14% lijkt logisch, maar heeft geen directe betekenis. De percentages zijn berekend over verschillende uitgangspunten en hebben geen gemeenschappelijke deler, waardoor u ze niet één-op-één bij elkaar kunt optellen.

Wat is de invloed van de kosten op het rendement

Om dit punt duidelijk te maken nemen we samen met u een aantal berekeningen door met de volgende gegevens:

Als u een beleggingsrekening heeft, dan kunt u de stortingskosten achterwege laten.

• • • Uw beginwaarde is € 5.000;
    • Uw inleg is € 10.000;
    • De stortingskosten zijn 0,50% van € 10.000: € 50;
    • De fondskosten zijn 0,20% van de waarde op de rekening gedurende het jaar: € 37;
    • De servicekosten zijn 0,44% van de waarde op de rekening gedurende het jaar: € 80;
    • De eindwaarde is € 20.000

Met behulp van deze gegevens kunnen we nu precies uitrekenen wat de invloed van de kosten op het rendement was. Dit berekenen we door de waarde van de rekening te nemen, zonder het rendement:

• • • Stortingskosten: € 50 / (€ 5.000 + € 10.000) = 0,33%
    • Fondskosten: € 37 / (€ 5.000 + € 10.000) = 0,25%
    • Servicekosten: € 80 / (€ 5.000 + € 10.000) = 0,53%
    • Totale kosten: Alle kostenposten in euro’s bij elkaar optellen: € 50 + € 37 + € 80 = € 167. Vervolgens gebruiken we de formule: € 167 / (€ 5.000 + € 10.000) = 1,11%

Doordat hierboven wél gebruikt gemaakt wordt van een gemeenschappelijke deler, kunnen we de euro’s én de percentages bij elkaar optellen: € 50 + € 37 € 80 = € 167 én 0,33% + 0,25% + 0,53% = 1,11%. En dit is ook het verschil tussen het netto rendement en het bruto rendement:

• • • Netto rendement: € 20.000 / (€ 5.000 + € 10.000) -1 = 33,33%
    • Bruto rendement: (€ 20.000 + € 167) / (€ 5.000 + € 10.000) -1 = 34,44%
    • Totale kosten: 34,44% – 33,33% = 1,11%

Ingewikkelde materie, maar u bent er doorheen! Heeft u na het lezen van deze blog toch nog vragen, of bent u van mening dat het in uw MijnBND écht anders staat? Bel, chat of mail ons dan gerust. Wij zijn bereikbaar op 020-7585310, de chat rechtsonder in uw scherm en via [email protected]. Onze klantenservice helpt u vervolgens direct!