Het vergelijken van rendementen kan heel nuttig zijn. Zo ziet u hoe uw beleggingsrekening presteert en hoe risicovol deze is vergeleken met andere rekeningen. Maar u heeft alleen iets aan een vergelijking als die eerlijk is.

In dit artikel bespreken we veelvoorkomende valkuilen bij het maken vergelijken van rendementen. Ook ziet u hoe u het wél goed doet. Want achter elk rendement zit een verhaal. Of het nu gaat om het rendement van uw eigen rekening, rekeningen van andere aanbieders of van een index zoals de AEX: vergelijken lijkt misschien simpel, maar is vaak lastiger dan u denkt.

Alle bijkomende kosten en het soort beleggingen zijn betere voorspellers van toekomstig rendement dan in het verleden behaalde resultaten. Ook het moment van inleggen, het beleggingsbeleid en de marktomstandigheden spelen een rol.

Valkuil 1: Verschillende soorten beleggingen

Vergelijkt u fondsen? Kijk dan eerst of ze dezelfde soort beleggingen hebben. Een portefeuille met vooral aandelen presteert anders dan een portefeuille met vooral obligaties. Aandelen leveren vaak meer op, maar hebben ook meer risico. Verschillen in regio’s of sectoren kunnen ook zorgen voor flink uiteenlopende rendementen. (Wat trouwens een goede reden is om zoveel mogelijk te spreiden.) Zelfs kleine verschillen kunnen leiden tot opvallende verschillen. En als dat de ene keer méér rendement is, kan dat de volgende keer ook minder zijn.

Valkuil 2: Het moment van inleg

Op onze website tonen we rendementen van de modelportefeuilles die uitgaan van een eenmalige inleg aan het begin van de periode. In een jaar met dalende koersen pakt dat gunstig uit. Dan koopt u elke maand tegen steeds lagere koersen aan. In een jaar met stijgende koersen daarentegen wilt u het liefst zo vroeg mogelijk volledig belegd zijn.

In het plaatje hieronder ziet u een voorbeeld van een jaar met stijgende koersen. We pakken het rendement na fondskosten van het BND Wereld Indexfonds Hedged over heel 2024 en bekijken dan het verschil tussen een maandelijkse inleg van 100 euro versus een eenmalige inleg van 1.200 euro aan het begin van het jaar. Het totaal ingelegde bedrag is hetzelfde, maar de eenmalige inleg leverde veel meer rendement op.

Valkuil 3: Periodes door elkaar halen

Deze valkuil ligt voor de hand. Want het rendement in een slecht jaar is natuurlijk niet te vergelijken met het rendement in een goed jaar. Dat geldt ook voor gemiddelde rendementen. Een gemiddelde over drie jaar kan heel anders zijn dan een gemiddelde over vijf jaar. Vergelijk daarom altijd dezelfde periode.

Valkuil 4: De verkeerde index kiezen

Niet elke index is hetzelfde. De AEX volgt de grootste Nederlandse beursgenoteerde bedrijven. De MSCI World – het zit al in de naam – volgt aandelen wereldwijd. Als u belegt met wereldwijde spreiding, is vergelijken met de AEX dus niet logisch. Bovendien wordt dividend meestal niet meegerekend in het rendement van de AEX, terwijl dat een belangrijk onderdeel is van het totaalrendement.

Valkuil 5: Dividend en valutarisico vergeten

Kijk niet alleen naar de koers, maar let ook op het dividend. Belegt u in Amerikaanse aandelen? Dan speelt het valutarisico mee. Stijgt de dollarkoers, dan stijgt ook uw rendement. Maar het rendement blijft juist achter wanneer de dollar daalt. Met een afgedekt valutarisico heeft u geen voor- of nadeel van zulke valutaschommelingen. Een fonds of portefeuille met afdekking van valutarisico te vergelijken met een variant zónder afdekking, is appels met peren vergelijken.

Zo vergelijkt u eerlijk

• • • Vergelijk portefeuilles met dezelfde beleggingsverdeling.
    • Gebruik rendementen over dezelfde periode.
    • Houd het valutarisico gelijk.
    • Tel dividend altijd mee.
    • Let op of er eenmalig of gespreid wordt ingelegd.
    • Kijk naar een zo lang mogelijke periode. Eén jaar zegt weinig bij beleggen voor de lange termijn.

Rendementen lijken harde cijfers. Maar zonder context kunnen ze misleiden. Let op deze punten, dan vergelijkt u echt appels met appels.