Het is de derde dinsdag van september en dus presenteert het kabinet – of wat er nog van over is – de plannen voor 2026 en verder. Maar hoewel er verkiezingen voor de deur staan en meerderheidssteun in het parlement voor de kabinetsplannen onzeker is, blijven we ook deze Prinsjesdag opletten. Als klant van Brand New Day zijn onderstaande maatregelen relevant voor u.

In het kort: de belangrijkste maatregelen

• • • Koopkracht: Huishoudens gaan er naar verwachting 1,3% op vooruit. Doordat de arbeidskorting wordt verhoogd, gaan werkenden iets minder belasting betalen. Daar staat tegenover dat de belastingschijven niet even hard opschuiven als de inflatie. Dit betekent dat u eerder in een hogere schijf valt als uw inkomen met de inflatie meestijgt en u in dat geval dus hogere belastingen gaat betalen.
    • Box 3 (sparen en beleggen): Het heffingsvrije vermogen gaat fors omlaag. Tegelijk gaat het fictieve rendement waarmee de Belastingdienst rekent fors omhoog. U betaalt dus eerder en vaak meer vermogensbelasting.

Wat gebeurt er met de plannen?

Hoewel er op 29 oktober nieuwe verkiezingen zijn, moet ook een demissionair kabinet op Prinsjesdag de belastingen voor het volgende jaar vaststellen. Daarom wordt er binnenkort gestemd over de plannen voor 2026.

Over maatregelen die verder in de toekomst liggen, volgt later besluitvorming. Maar vanwege de politieke realiteit – het VVD/BBB-kabinet kan bogen op slechts 32 zetels (van 150) in de Tweede Kamer en 21 zetels (van 75) in de Eerste Kamer – zijn er dit jaar geen al te verrassende maatregelen aangekondigd.

Stijgende koopkracht

De regering wil de koopkracht van werkenden (licht) laten stijgen. Daarom wordt de arbeidskorting iets verhoogd, zodat werkenden minder belasting over hun inkomen betalen. Voor wie de AOW-datum al heeft bereikt, geldt dat alleen als er nog inkomen uit arbeid is.

Normaal gesproken schuiven de grenzen van de belastingschijven voor de inkomstenbelasting mee met de inflatie. Maar dit keer gebeurt dat maar voor ongeveer de helft. Dit betekent dat u eerder in een hogere schijf valt als uw inkomen met de inflatie meestijgt en u in dat geval dus hogere belastingen gaat betalen.

Box 3: sparen en beleggen wordt zwaarder belast

Het belastingstelsel voor vermogen wordt aangepast. Daarbij gaat u sneller en vaak ook méér belasting betalen. Het heffingsvrije vermogen per fiscaal partner daalt van € 57.684 naar € 51.396 in 2026. U betaalt dan dus al vermogensbelasting bij een kleiner vermogen.

Ook wordt het fictieve rendement voor beleggen fors verhoogd: van 5,88% naar 7,78%. Over dit fictieve rendement betaalt u belasting, óók als u dat rendement niet behaalt. Maar omdat de Hoge Raad eerder al oordeelde dat belasting heffen over een fictief rendement eigenlijk niet mag, kunt u deze belasting aanvechten als uw werkelijke rendement lager is. (Als u méér rendement behaalt, wordt u alsnog maximaal aangeslagen op een rendement van 7,78%.)

U betaalt in 2026 dus vermogensbelasting over een groter deel van uw vermogen op vrije beleggingsrekeningen. Alles wat u via een pensioenrekening belegt blijft vrijgesteld. Dat blijft dus fiscaal voordelig.

Conclusie

De belastingplannen moeten nog door de Tweede en Eerste Kamer goedgekeurd worden. Maar het lijkt erop dat sparen en beleggen op een gewone rekening zwaarder belast gaat worden.