Na afloop van ieder kwartaal blikken we even terug op de afgelopen paar maanden. Hoe presteerden onze fondsen, welke ontwikkelingen zien we op de beurs en, veel belangrijker: stellen de rendementen een beetje tevreden? Dat doen we samen met onze directeur beleggen, Arend Jan Velsink.
Hoi Arend Jan, het begint wel een wat saai verhaal te worden. Met wéér een florissant kwartaal.
Hoe saaier het beleggingsnieuws, hoe beter het is. Als beleggingen zonder grote sprongen langzaam stijgen, heb je het op het moment zelf nauwelijks in de gaten. Terwijl je achteraf kunt constateren dat het een mooi kwartaal geweest is.
Maar tegelijkertijd hebben we ook fondsen die het natuurlijk helemaal niet zo fraai hebben gedaan. Ons fonds dat belegt in wereldwijde kleinere aandelen blijft bijvoorbeeld behoorlijk achter. Maar het valt minder op door de forse stijgingen van de andere aandelenfondsen. En vergeet ook de obligaties niet. Al onze veilige obligatiefondsen staan dit jaar nog steeds nipt op verlies.
Dus misschien zouden mensen wat meer weg moeten blijven van de obligatiefondsen?
Zo simpel is het niet. Die obligatiefondsen zijn een stuk veiliger dan de aandelenfondsen en dat betekent dat, als ze dalen, het veel gematigder zal zijn dan aandelen. En als je vlak voor je pensioen zit, wil je niet geconfronteerd worden met een beurscrash die je appeltje voor de dorst een klap geeft. Als je nog dertig jaar de tijd hebt, maakt een flinke koersdip niet uit. Dat komt wel weer goed.
Overigens – een wat technisch verhaal – als je verliest op je obligaties vlak voor je pensioen, is dat juist goed nieuws voor je uiteindelijke pensioenuitkering.
Omdat de pensioenuitkering en de koers van obligaties allebei door de rente worden beïnvloed?
Precies! Een hogere rente maakt obligaties minder waard, maar levert aan de andere kant een hogere pensioenuitkering op.
Ik denk wel dat jongere mensen wat meer in aandelen kunnen beleggen. Als je onder de 30 jaar bent, belegt bij ons ongeveer 63% voornamelijk in aandelen. De overige 37% van onze jongere klanten laat dan misschien wel wat rendement liggen.
Ben je trouwens nog een beetje aan het genieten van deze sportzomer?
Jazeker, en ik kijk vooral uit naar het zeilen bij de Olympische Spelen. Over sport zag ik trouwens nog een interessante speech langskomen van Roger Federer bij een Amerikaanse universiteit. Een van de beste tennissers van zijn generatie. Hij speelde in zijn carrière 1526 singleswedstrijden en won 80% ervan, vertelde hij. Maar weet je hoeveel procent van de punten hij won? 54%. Dus met een ogenschijnlijk klein voordeel won hij twintig grand slams.
Dan moet ik natuurlijk direct aan beleggen denken. Op een willekeurige dag is de kans dat de beurs stijgt ook maar iets van 52%. Dat is bijna een kop-of-muntverhaal. Maar over de lange termijn, met heel veel dagen, is zo’n klein voordeeltje juist de basis van succesvol beleggen. En dan sluiten we toch weer af met mijn stokpaardje: neem de tijd voor beleggen, wees niet te pessimistisch en op de langere termijn is indexbeleggen in aandelen helemaal niet eng.