Het variabele inkomen
Je mag nu dus ook na je pensioendatum met (een deel van) het opgebouwde pensioenvermogen doorbeleggen. Je zet dan niet het volledige vermogen vast tegen de dan geldende rentestand, maar blijf je met (een gedeelte van) het geld beleggen.
Met het geld dat je op je pensioendatum niet gebruikt voor het aankopen van een vast pensioeninkomen, blijf je beleggen. Elk jaar wordt een deel van dat belegde geld dan gebruikt voor een inkomen: een variabel inkomen. Want de hoogte van dat inkomen hangt elk jaar af van het belegde vermogen, de stand van de rente en de levensverwachting op dat moment.
Bij doorbeleggen is de hoogte van de pensioenuitkering een stuk minder afhankelijk van de marktrente op één moment. Doorbeleggen geeft je dus kans op een hoger pensioeninkomen, maar ook het risico op een lager inkomen.